3 april 2019

Zorgappartementen: wel of geen woningen?

author

Peter (P.J.) Gijsbertsen

feature-img

Wie een woning koopt, betaalt 2% overdrachtsbelasting. Voor overige onroerende zaken is dat 6%. Maar hoe zit het met woonruimtes in een hospice of zorgcomplex?

Kamers in een hospice? Geen woningen

Een gebouw met een woonbestemming dat tóch niet in aanmerking komt voor het tarief van 2%. Hoe kan dat? Op 24 februari 2017 deed de Hoge Raad uitspraak in een procedure over zo’n gebouw. De manier waarop het wordt gebruikt, bleek doorslaggevend te zijn. In dit geval gaat het om een hospice. De kamers worden telkens voor een periode van drie maanden verhuurd. De zorg van het hospiceteam is bij de huur inbegrepen, de medische zorg niet. Behalve de kamers zijn er in het gebouw ook werkruimtes, gangen en gemeenschappelijke ruimtes. De Hoge Raad beschouwt het pand daardoor als een verzorgingsinstelling. Dus is het speciale tarief voor woningen niet van toepassing. Lees hier de uitspraak van de Hoge Raad .

Appartementen in een zorgcomplex? Wel woningen

Hoe zit het dan met een gebouw met zorgappartementen? Daar deed de rechtbank Gelderland uitspraak over op 14 maart 2019. De rechtbank maakt een onderscheid tussen dit appartementencomplex en de meer traditionele verpleeghuizen. In een verpleeghuis hebben bewoners geen zeggenschap over hun woning en hebben ze geen eigen voordeur of voorzieningen. De appartementen in het zorgcomplex hebben een eigen afsluitbare voordeur met deurbel, een eigen keuken en een eigen badkamer. In de woorden van de rechtbank:

“De rechtbank acht aannemelijk dat de appartementen zelf zich voor wat betreft de voorzieningen niet onderscheiden van reguliere woningen. Dat bij de inrichting van de appartementen rekening is gehouden met de mogelijkheid dat bewoners mogelijk minder goed ter been zijn en/of een zorgindicatie hebben, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de aard van de woning.”

De rechter beschouwt de appartementen in het zorgcomplex dus als woningen, zodat hiervoor het speciale tarief van 2% overdrachtsbelasting geldt. Lees hier de complete uitspraak in deze zaak.

Het valt nog wel te bezien of het criterium dat de rechtbank gebruikt helemaal aansluit op het toetsingskader dat de Hoge Raad hanteert. Is het een nadere invulling van het door de Hoge Raad gehanteerde criterium of zal dit in een hoger beroep of in cassatie worden gecorrigeerd?

author

Peter (P.J.) Gijsbertsen

Peter is advocaat sinds 2003 en heeft zich gespecialiseerd in het vastgoedrecht. Hij houdt zich bezig met het adviseren en procederen over de aan- en verkoop van onroerend goed. Ook heeft Peter zich toegelegd op het bouwrecht. Hij heeft de specialisatieopleiding privaatrechtelijk bouwrecht gedaan bij het ...
Delen

overig nieuws_