29 juli 2015

Wapens in je garage? Einde huurovereenkomst!

author

Marcel (M.P.H.) van Wezel

Goed, hij had explosieve wapens opgeslagen in een garage in de buurt van zijn huis. En die loods huurde hij van de woningcorporatie die hem los daarvan ook zijn woning verhuurde. Dus dat de corporatie de huurovereenkomst van de garage wilde beëindigen, snapte hij wel. Maar ook die van zijn woning? Dat kon toch niet? Wel degelijk, oordeelde de Haarlemse rechtbank. Een primeur.

Schuld aan een strafbaar feit wordt vaak als onvoldoende reden gezien om een huurder uit zijn woning te zetten. Zeker als dat feit niet in de woning gepleegd is. Ontbinding van de huurovereenkomst volgt doorgaans hooguit als er in de woning zelf illegale activiteiten zijn geweest en/of de verhuurder dan wel medehuurders daar last van hebben. Denk aan het verhandelen van drugs in de woning. Maar de Haarlemse rechter oordeelde nu dus anders.

Van raketwerper tot uzi

Het verhaal begon met een zoekactie. De politie had in een garage in een plaatselijke woonwijk een grote hoeveelheid wapens aangetroffen. Van een raketwerper en een uzi tot een shotgun en munitie. Naast zwaar vuurwerk (zoals ‘cobra’s’, die de kracht hebben van een handgranaat) lag er ook een echte handgranaat.

De loods bleek eigendom van een woningcorporatie. Die had de garage verhuurd aan een man die, via een ander contract, tevens een nabijgelegen woning huurde van die corporatie. De verhuurder vorderde de ontbinding van beide contracten. Het handelen van de huurder met betrekking tot de loods was volgens de corporatie niet los te zien van het bewonen van de woning. Hij had immers de directe leefomgeving van de woning in gevaar gebracht.
De huurder weigerde uit zijn huis te vertrekken. Hij stelde dat de huurovereenkomst van de woning niet kon worden ontbonden. De wapens waren immers niet dáár gevonden, maar in de loods.

Nabijheid cruciale factor

De rechter verwierp het protest. Hij oordeelde dat de huurovereenkomsten van de loods én de woning ontbonden mochten worden. De onderlinge nabijheid van die gebouwen bleek een cruciale factor in deze beslissing. De kantonrechter stelde voorop ‘dat de loods en de woning zich enkele tientallen meters van elkaar af bevinden, schuin tegenover elkaar gelegen in een smalle straat. Boven de loods bevindt zich een appartement, en naast de loods bevinden zich aan weerskanten eveneens woningen. Hetgeen zich in en om de loods afspeelt, is dus van directe invloed op de leefomgeving van de woning.’

‘Aangezien [de huurder] zowel huurder van de woning als van de loods is’, vervolgde de rechter, ‘kan zijn gedrag (of nalaten) ten aanzien van de loods niet los worden gezien van zijn positie als huurder van de woning. Dat was anders geweest als de huurder een loods had gehuurd die zich aan de andere kant van de stad bevond. In dat geval zouden zijn gedragingen als huurder van de loods immers niet meewegen bij de vraag of hij als huurder van de woning de directe leefomgeving van de woning in gevaar heeft gebracht.’

Hangjongeren

Uit dit vonnis blijkt dat de huurder niet alleen verantwoordelijk is voor de woning, maar ook voor de leefomgeving in de directe nabijheid van die woning. De huurder kan dus kennelijk ook worden aangesproken op zijn gedrag rondom de woning; in de wijk. Dat geldt dan niet alleen voor mensen die wapens opslaan in de buurt. Denk bijvoorbeeld ook aan overlast veroorzakende hangjongeren die in de buurt wonen. De verhuurder kan dit soort huurders (meestal de ouders) aanspreken op de overlast en in het uiterste geval overgaan tot beëindiging van de huur.

author

Marcel (M.P.H.) van Wezel

Marcel is een specialist op het gebied van huurrecht (woonruimte en bedrijfsruimte), vastgoedrecht en het verbintenissenrecht. Marcel is lid van de Vereniging van Huurrecht Advocaten (VHA) en treedt voornamelijk op voor professionele verhuurders, zoals woningcorporaties, particuliere verhuurders en gemeenten. ...
Delen

overig nieuws_