17 december 2019

Huurovereenkomst woonruimte: misdragende huurder krijgt (te) veel ruimte

author

Dario (D.) Pranjic

feature-img

Op 9 december 2019 wees de kantonrechter in Apeldoorn een opmerkelijk vonnis. Een huurder misdraagt zich lange tijd ernstig jegens medewerkers van een woningcorporatie, maar de ontruiming wordt toch afgewezen. Kantoorgenoot Marcel van Wezel schreef over dit onderwerp jaren geleden al een blog: “Handen af van de corporatiemedewerker!”.

Bedreigingen en beledigingen

Per 1 december 2014 huurt de huurder van een woningcorporatie een woning in Apeldoorn. Begin 2015 bedreigt huurder een medewerker per e-mail, waarna de huurder een contactbeperking krijgt. In 2016 en 2017 melden medewerkers van de verhuurder opnieuw onbeschoft gedrag van de huurder.

In de eerste helft van 2018 bedreigt de huurder wederom herhaaldelijk medewerkers van de woningcorporatie. Een contactverbod helpt niet. In december 2018 belt hij naar het privételefoonnummer van een medewerker. De door de verhuurder ingeschakelde derden die werkzaamheden verrichten in de woning ervaren hetzelfde onacceptabele gedrag van de huurder. De huurder gaat vervolgens nog een stap verder; hij plaatst diverse teksten en vlogs op zijn openbare Facebook pagina. In circa 10 vlogs worden medewerkers van de woningcorporatie met naam genoemd en spreekt de huurder beledigend en intimiderend over hen.

Vorderingen in het kort geding

De verhuurder wil dat de huurovereenkomst met de huurder wordt beëindigd. Ondanks alles wat er is voorgevallen en de ernst van de gedragingen van de huurder, wijst de rechter deze vordering toch af.

Op basis van de informatie uit het vonnis kan ik dat niet volgen. De huurder gaat veel te ver, dit gedrag wordt ook erkend. Hij scheldt medewerkers uit, belt hen op hun privé telefoon en maakt bedreigende vlogs over hen. De niet bewezen en door de verhuurder betwiste stelling dat huurder lijdt aan PTSS wordt door de rechter toch gevolgd. En ondanks de overweging dat “ruim voldoende aannemelijk [is] dat sprake is van onrechtmatige uitlatingen in de vlogs en schending van het contactverbod en daarmee ook van wanprestatie in de huurovereenkomst”, oordeelt de rechter dat dit momenteel onvoldoende is om (in kort geding) de ontruiming te bevelen.

Strijdig met de heersende lijn

De lijn in de uitspraken is dat de verhuurder “erop moet kunnen vertrouwen dat zij haar medewerkers onder alle omstandigheden op een veilige manier in contact kan brengen met de huurders” (zie o.a. WR 2007/64 en 65, WR 2010/68, WR 2016/64, WR 2019/130). Het schaden van dit vertrouwen kwalificeert als een ernstige tekortkoming, op grond waarvan de ontruiming gerechtvaardigd is. Er zijn talloze uitspraken waarin de ontruiming bij bedreiging van medewerkers wel is uitgesproken, sommige zelfs op basis van minder ernstige en/of minder frequente uitlatingen van de huurder. Tot die uitkomst had de rechtbank naar mijn mening hier ook moeten komen.

author

Dario (D.) Pranjic

Dario is sinds 2014 advocaat en specialist op het gebied van het vastgoedrecht in brede zin, waaronder huurrecht, bouwrecht en verbintenissenrecht. Hij heeft gestudeerd aan de Universiteit van Tilburg met bouwrecht als afstudeerrichting. Gedurende zijn studie heeft Dario bij een rechtswinkel gewerkt waar hij ...
Delen

overig nieuws_